In de voortdurende zoektocht naar verduurzaming heeft Tesselaar Freesia onlangs een volgende stap gezet: het bassin achter de kas is voorzien van drijvende zonnepanelen. Deze installatie werd gerealiseerd in samenwerking met Bata Energy Solutions, specialist in innovatieve zonne-energiesystemen. Dankzij deze investering kan het bedrijf nog meer van zijn eigen energie opwekken en de afhankelijkheid van externe bronnen verder verkleinen.
Slim gebruik van het wateroppervlak
De kas van Tesselaar Freesia wordt al grotendeels verwarmd met zonthermische panelen en ondersteund door een systeem van warmte-koudeopslag. Met de plaatsing van zonnepanelen op het waterbassin wordt nu ook het oppervlak van het bassin nuttig ingezet. Drijvende zonnepanelen hebben niet alleen als voordeel dat ze geen schaarse ruimte op land innemen, maar ze blijven ook koeler door het water onder het systeem. Dat verhoogt hun efficiëntie, zeker tijdens zonnige zomerdagen.
Pip Tesselaar: “We waren al langer bezig met plannen om meer zonne-energie op te wekken. We hebben 660 panelen op het dak liggen, maar het bassin lag er ongebruikt bij. Dit is een logische volgende stap.”
In totaal 1364 zonnepanelen actief
In totaal zijn er nu 1364 zonnepanelen in gebruik: 660 op de daken en 704 op het bassin. Gezamenlijk hebben deze panelen een vermogen van circa 750.000 kilowattpiek (kWp). Dat is vergelijkbaar met het jaarverbruik van ongeveer 275 huishoudens. Ongeveer 80% van de opgewekte stroom wordt direct gebruikt in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld voor de LED-belichting, koeling en algemene bedrijfslasten. De overige 20% wordt terug geleverd aan het net.
De drijvende installatie is aangelegd door Bata Energy Solutions en bestaat uit zonnepanelen die rusten op kunststof drijvers. Deze drijvers zijn stevig verankerd en ontworpen om weersomstandigheden zoals harde wind en regen goed te weerstaan. Doordat de panelen op water liggen, gaan ze efficiënter om met warmte, wat de opbrengst ten goede komt.
Een stap dichter bij energieneutraliteit
Met deze investering komt Tesselaar Freesia weer een stap dichter bij het uiteindelijke doel: energieneutraal telen. Het combineren van innovatieve technieken zoals zonthermie, LED-verlichting en nu ook drijvende zonne-energie maakt het mogelijk om duurzame teelt in de praktijk te brengen.
“Je moet blijven innoveren als je toekomstbestendig wilt blijven. Niet alleen vanwege de stijgende energieprijzen, maar vooral ook vanwege onze verantwoordelijkheid richting de volgende generatie,” aldus Thijs van Anraad.
Bij Tesselaar Freesia is duurzaamheid geen modewoord, maar een dagelijkse praktijk — op én naast het water.
Thijs van Anraad (22) werkt sinds 2021 bij Tesselaar Freesia en heeft inmiddels zijn plek binnen het bedrijf gevonden. Wat begon als een stage in de freesiakwekerij Duinland in Hoek van Holland, is uitgegroeid tot een toekomst in de glastuinbouw. Ondanks dat hij afkomstig is uit een zorgfamilie, had Thijs altijd de droom om een glastuinbouwbedrijf te runnen. Aan het einde van 2021 werd hij officieel mede-eigenaar van Tesselaar Freesia, waar hij nu samen met Pip Tesselaar werkt aan de toekomst van het bedrijf.
Een bewuste keuze voor Tesselaar Freesia
Tijdens zijn mbo-opleiding Hortitechnics and Management aan MBO Westland kwam Thijs in aanraking met de glastuinbouw. Gedurende zijn studie werkte hij onder andere bij een troschrysantenbedrijf, maar de passie voor de freesia bleef. "Ik kreeg heimwee naar de freesia, dus het stond voor mij vast dat ik mijn afstudeeropdracht bij een freesiabedrijf wilde doen. Tesselaar Freesia was voor mij de mooiste keuze," aldus Thijs.
Tijdens zijn afstudeerperiode was er meteen een klik tussen Thijs en eigenaar Pip Tesselaar. "We vulden elkaar goed aan. Ik werd al snel gevraagd of ik interesse had in het overnemen van het bedrijf. Het aanbod werd serieus gedaan, en ik hoefde er niet lang over na te denken. Ik doe niets liever dan een glastuinbouwbedrijf runnen," vertelt Thijs. Aan het einde van 2021 werd hij officieel mede-eigenaar van Tesselaar Freesia, waarmee hij zijn droom om het bedrijf voort te zetten daadwerkelijk werkelijkheid zag worden.
Uitdagingen in de freesiateelt
Thijs is zich bewust van de uitdagingen in de freesiateelt, maar hij ziet deze als kansen voor innovatie. Tesselaar Freesia heeft al een belangrijke stap gezet met de inzet van zonthermie voor verwarming, wat het gebruik van gas drastisch vermindert. Thijs benadrukt: "Freesia is sowieso geen energieslurpend gewas, en als we nog energiezuiniger kunnen worden, dan hebben we echt een unique selling point."
Daarnaast ziet hij kansen om de arbeidsintensieve teelt verder te optimaliseren door een betere productieplanning en oogstprognoses. Het bedrijf heeft ook de regie over het gehele proces, van veredelen tot afzet, wat zorgt voor flexibiliteit en onafhankelijkheid.
De voordelen van een frisse blik
Als buitenstaander had Thijs aanvankelijk twijfels over zijn kans om zijn passie te realiseren in een sector die vaak wordt gedomineerd door 'zonen van tuinders'. "Hoe ga ik ooit mijn passie realiseren? Hoe kom ik ertussen?", waren vragen die hem bezighielden. Nu hij het overnametraject met Pip Tesselaar ingaat, ziet hij dat het juist voordelen biedt. "Het geeft me de kans om met een frisse blik en nieuwe ideeën te werken. Dit traject maakt duidelijk dat er mogelijkheden zijn voor jongeren met dezelfde passie en drive."
Een veilige toekomst voor Tesselaar Freesia
Thijs waardeert het vertrouwen dat hij krijgt van de familie Tesselaar, inclusief Linda en hun zoons Jeff en Zeb. De familie is blij dat het bedrijf in goede handen blijft. "Mijn zoons hebben meer passie voor atletiek dan voor bloemen telen, dus het is goed om te weten dat het bedrijf voortgezet wordt door iemand die het bedrijf volledig wil omarmen," aldus Pip.
Met het overnametraject in zicht en de passie voor de teelt van freesia's, kijkt Thijs met vertrouwen naar de toekomst van Tesselaar Freesia. Het bedrijf is niet alleen een plaats van werk voor hem, maar ook een plek waar hij zijn ambitie en liefde voor de glastuinbouw verder kan ontwikkelen.
Energie-efficiënt telen: Tesselaar Freesia maakt de overstap naar LED-verlichting
Bij Tesselaar Freesia in Heerhugowaard is recent de laatste stap gezet in hun voortdurende zoektocht naar energie-efficiëntie. Het bedrijf heeft alle traditionele SON-T-lampen vervangen door energiezuinige LED-belichting. Deze stap past perfect binnen de bredere visie van Tesselaar Freesia, die al jaren voorop loopt in duurzame en energiebesparende initiatieven.
De volgende stap in de energietransitie
Tesselaar Freesia is al jarenlang bezig met het verduurzamen van hun teeltmethoden. Het bedrijf maakte de overstap van gasgestookte verwarming naar zonthermische panelen, gekoppeld aan een systeem van ondergrondse opslag van zowel warm als koud water. Deze innovatieve benadering heeft het mogelijk gemaakt om energieverbruik drastisch te verlagen en de CO2-uitstoot te reduceren. Het vervangen van de SON-T-lampen door LED-verlichting is nu de volgende stap die we gezet hebben in deze duurzame transitie.
Pip Tesselaar, eigenaar van het bedrijf, legt uit: "De stijging van de prijs en de energiebelasting van gas is een ramp. Ondanks de overstap naar zonnethermie hebben we daar toch last van, vanwege de gekoppelde SDE-subsidie. Maar je moet blijven bewegen, anders kun je wel stoppen." Tesselaar Freesia heeft zijn kasoppervlak van 3,8 hectare grondig geïnnoveerd, en dit nieuwe lichtsysteem past volledig binnen de visie van het bedrijf.
LED-verlichting levert aanzienlijke besparingen
In 2021 en 2022 werden zo’n 1.400 nieuwe LED-lampen geïnstalleerd door Dutch Lighting Innovations. Deze breedstralers verbruiken minder energie dan de oude SON-T-lampen en bieden tegelijkertijd veel meer licht. De nieuwe LED-lampen hebben een vermogen van 760 watt, terwijl de traditionele SON-T-lampen 1.000 watt verbruikten. Het resultaat: een besparing op elektriciteit van maar liefst 25%. Bovendien geven de LED-lampen 60% meer licht, wat de efficiëntie van de belichting aanzienlijk verhoogt. Zoals Pip Tesselaar het beschrijft: “Het is dubbel effectief.”
In de eerste fase van de vervanging werden de LED-lampen naast de oude SON-T-lampen geplaatst. In de tweede fase werden de oude lampen volledig verwijderd, en is de overstap naar LED-belichting nu helemaal afgerond.
Toekomstige investeringen in duurzaamheid
Tesselaar Freesia is nu bijna klaar voor hun volgende energiebesparende investering: zonnepanelen op het waterbassin. Dit komt bovenop de 660 zonnepanelen die al op de gebouwen zijn geïnstalleerd. Deze maatregelen dragen niet alleen bij aan de verduurzaming van het bedrijf, maar zorgen ook voor een verdere verlaging van de energiekosten op de lange termijn.
Met de vervanging van de SON-T-lampen door LED-verlichting zet Tesselaar Freesia een belangrijke stap richting een duurzame toekomst voor de sierteelt. Het bedrijf blijft zich inzetten voor innovatieve oplossingen die zowel economische als ecologische voordelen opleveren. Door continu te investeren in energie-efficiëntie, speelt Tesselaar Freesia een belangrijke rol in het verduurzamen van de sector en het beperken van de impact op het milieu.
Vorige week stemde de Tweede Kamer in met een 177% hogere ODE voor netstroom, ondanks een lobby van Glastuinbouw Nederland. Dit gaat honderden bedrijven tienduizenden euro”s per jaar kosten. Ondanks de teleurstellende uitslag is nog steeds hoop op een goede afloop. Met name de motie van VVD en een opmerking van staatssecretaris Snel bieden een opening. En anders is er nog een troef: het Klimaatakkoord niet tekenen.
Hier kan ik als ondernemer helemaal niks mee, zucht Pip Tesselaar , freesatelier in Heerhugowaard. Vorig jaar heeft hij een veld met thermische zonnepanelen laten aanleggen, waardoor hij voor de verwarming van zijn kas geen gas meer nodig heeft. De stroom voor de warmtepompen en de belichting haalt hij van het net. “Ik heb nog een kleine WKK staan van 300 kW, maar die wilde ik eigenlijk niet meer gebruiken. Als de ODE op netstroom omhoog gaat, kost me dat naar schatting €50.000 tot €60.000 per jaar . Dat is veel geld. We zullen wel weer wat bedenken, zoals de oude WKK draai end houden. Ik ben op het verkeer de been gezet. Ik heb geprobeerd om te ondernemen in de lijn van het beleid: we willen met zijn allen van het gas af. Nu zou ik beter een grote WKK kunnen neerzetten . De overheid slaat hier de plank finaal mis. Dit is hopeloos.”
647 gedupeerden
Pip Tesselaar is een van de 647 telers die worden getroffen door de hogere ODE op netstroom . Dit aantal gedupeerden is de schatting die Glastuinbouw Nederland heeft ge maakt . Het grootste deel daarvan, ongeveer 500, is sierteler. In totaal gaat het om een bedrag van €40 miljoen, wat betekent dat deze bedrijven gemiddeld bijna een ton extra kwijt zijn voor elektriciteit. Maar er zitten ook bedrijven bij met drie locaties, die drie keer de opslag gaan betalen. Dat kan dus ruim vier ton extra gaan kosten .
“Deze verhoging van de ODE op netstroom is er zonder overleg in geslopen, terwijl wij in gesprek waren over het Klimaatakkoord”, zegt Sjaak van der Tak, voorzitter van Glastuinbouw Nederland. Dat is heel vreemd. Op dat punt kan ik zeggen dat het ministerie van Economische Zaken zich een onbetrouwbare gesprekspartner heeft getoond. Als enige sector in Nederland hebben we onze CO,-doelstellingen zelfs aangescherpt, en nu krijgen we dit. Dit pik ik niet. Er is sprake van een conflict.”
‘Slechter kan het niet’
Bedrijven die investeringen hebben gedaan in warmtepompen, ontvochtigingskasten en andere voorzieningen voelen dit als een klap in het gezicht. En niet te vergeten de bedrijven die zijn aangesloten opgeothermie . Zij hebben grote investeringen gedaan en soms hun hele bedrijfsvoering om gegooid om hun gasverbruik te verminderen . Zoals potplantenkwekerij The Green Innovator in Pijnacker, die aardwarmte levert aan onder meer 23 tuinbouwbedrijven in de omgeving. ,,Verschillende afnemers van warmte overwegen sterk om hun bestaande WKK weer aan te zetten en volledig terug te gaan naar gas”, zegt directeur Leon Ammerlaan. Daar kiezen ze niet voor; ze worden er toe verplicht omdat het kostenplaatje anders heel negatief gaat uitvallen. Dit pakt heel nadelig uit voor de duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw . Blijkbaar is er nooit over de gevolgen nagedacht. Slechter kan het niet.”
Weinig politieke steun
Van der Tak had met name bij CDA, VVD en SGP aangedrongen om deze tariefsverhoging ongedaan te maken. Dit werd ondersteund met een petitie die door r.500 glastuinders en managers was getekend. Vorige week dinsdag besloot de Tweede Kamer echter dat de verhoging van de ODE op netstroom kon doorgaan. Het amendement van SGP-Kamerlid Chris Stoffer om de verhoging van r,4 cent per kWh te beperken tot 0,3 cent, haalde het niet. Deze kreeg alleen steun van de PVV.
Overigens was deze beperkte stijging van 35% voor Glastuin bouw Nederland een stap in de goede richting geweest, maar niet voldoende. ,,Dan hadden we over een kleiner bedrag kunnen onderhandelen”, vindt Van der Tak. De Tweede Kamer stemde wel in met een motie van de coalitiepartijen VVD, CDA, SGP, D66 en ChristenUnie waarin de regering wordt gevraagd ervoor te zorgen dat de glastuinbouw een beroep kan doen op de SDE+ voor de verduurzaming van kassen, voor de aanschaf van zonnepanelen en voor geothermie. Ook wordt in deze motie aan de re gering gevraagd de consequenties van het stijgende ODE-tarief voor de glastuinbouw te monitoren en hierbij speciaal aandacht te hebben voor de betaalbaarheid en de bereikte verduurzaming. Ook dit is niet voldoende voor Glastuinbouw Nederland, maar het biedt mogelijkheden .
Verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel van Financiën zei tijdens het debat dat het lastig is om via de ODE-schijven specifiek iets te doen voor glastuinders . ,,Een van de gemaakte afspraken is dat de ODE meer geld zou moeten ophalen bij de grote gebruikers in de derde en vierde schijf, zodat wij een deel daarvan als lastenverlichting kunnen teruggeven aan de burger”, zo verklaarde Snel de verhoging van de ODE. Hij zei ook dat de zoektocht naar een handige manier om de glastuinbouw te ontzien bij deze verhoging misschien nog niet klaar is. Dat houdt nog mogelijkheden open.
Klimaatakkoord niet tekenen
Ondertussen komt 1 januari snel dichterbij. Er zijn nog een paar mogelijkheden open om de verhoging van de baan te krijgen. De belangrijkste troef die Van der Tak achter de hand heeft, is de ondertekening van het Klimaatakkoord . ,,Dat ga ik niet tekenen zolang deze verhoging niet van de baan is. We moeten eerst dit oplossen, en dan ben ik er weer.”
Verder heeft het ministerie van LNV aan Glastuinbouw Nederland gevraagd om haar standpunt te onderbouwen met harde cijfers. LNV is het eerste aanspreekpunt voor de sector. Die informatie is de organisatie nu aan het verzamelen . Daarnaast is er een brief gestuurd met de gevolgen van de verhoging van de ODE op netst room. Gevolgen voor bedrijven die al hebben geïnvesteerd in duurzaamheid, voor de dagelijkse omzetten van kwekers, en voor de verduurzaming van de glastuinbouw . ,,Onze hoge doelstellingen voor CO,-reductie, die we in het Klimaatakkoord hebben afgesproken, gaan we op deze manier niet halen.”
En dan zijn er nog de motie van de VVD om in april te evalueren, en de opmerking van staatssecretaris Snel waarmee de deur op een kier werd gehouden . ,,Die zie ik als een herkansing”, zegt Van der Tak. “We kunnen nog steeds zoeken naar een oplossing die voor bedrijven het beste uitvalt.” Een denkbare mogelijkheid is bijvoorbeeld dat de glastuinbouw zelf de financiering voor de SDE+ kan regelen, of dat de verhoging voor een deel wordt betaald uit de pot voor de SDE++. Maar dat zal uit de onderhandelingen moeten blijken.
Freesiateler Pip Tesselaar uit Heerhugowaard heeft het grootste project met thermische zonne-energie van Nederland. Met bijna één ha zonnepanelen kan hij in zijn hele warmtevraag voorzien. Hij heeft wel zijn verwarmingsnest moeten aanpassen op laagwaardige warmte, en een extra grote warmteopslagkant moeten bouwen. ’Ik moet nog kijken hoe ik alles exact ga inpassen.’
Een dik wolkendek hangt boven Heerhugowaard en een miezerige regen daalt neer op de thermische zonnepanelen van Pip Tesselaar. Dit zijn niet de beste dagen om warmte te oogsten. De pompen zijn automatisch afgeslagen; ze gaan geen water rondpompen als het niets oplevert. Sinds de panelen in juli in gebruik zijn genomen,hebben ze 1.000 GW aan warmte geleverd, ziet Pip Tesselaar op zijn computer. Dat is bijna 32.000 kuub zaan aardgasequivalenten. Begin september kon hij daarmee zijn gehele warmtevraag invullen, terwijl pas een kwart van de panelen was opgeleverd. Eind 2018 moet het weiland vol liggen met 0,93 ha aan panelen, en dan is de warmteopbrengst waarschijnlijk genoeg voor het hele bedrijf jaarrond.
’Helemaal slim’
De zonnepanelen vallen onder het project ’Op weg naar een fossielvrije freesiateelt’ van de provincie Noord-Holland, die hier subsidie voor verstrekt, net als het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Andere onderdelen van het project zijn het hergebruik van drainwater en de uitrol van ledbelichting.
Tesselaar had het weiland, dat ingesloten ligt tussen de kassen, in 2015 aangekocht met het vage idee iets met zonne-energie te gaan doen. Een handelaar in zonnepanelen legde hem uit dat het slim zou zijn om thermische panelen op de schuur te leggen. „Als dat slim is, dan is een weiland vol helemaal slim”, redeneerde de teler. Het onderzoek naar de meest geschikte installatie heeft hij samen met collegakweker Mol Freesia in Nibbixwoud uitgevoerd. Daarvoor hebben ze ook in Denemarken gekeken. In dat land staan veel installaties die werken met glycol als vloeistof. „Dat zou de makkelijkste oplossing zijn, als het systeem niet een groot nadeel had”, zegt de teler. „Het moet altijd draaien, zelfs als er geen warmte nodig is, want anders gaat het glycol koken. Dat is ook een probleem als de pompen in storing gaan. We hebben dus gekozen voor het drain-back systeem van G2Energy, met water als vloeistof. Dit loopt altijd leeg als het uit staat. Bovendien is water goedkoper en geeft het beter warmte af.”
Laagwaardige warmte
De thermische panelen leveren warm water van 50 tot 60°C. Het rendement is het grootst als dat in dezelfde nacht wordt gebruikt. Echter, in de zomer produceert de installatie de meeste warmte terwijl die dan niet nodig is. Het overschot wordt opgeslagen in de bronnen. In december en januari wordt dit weer opgepompt en met een warmtepomp opgewaardeerd naar 45 tot 50°C. Aan de andere kant maakt de warmtepomp koude, waarmee de koudebron wordt gevuld. Dit is genoeg om de hele zomer de bodem te koelen. „Ik hoop dat we de warmtepomp in de zomer niet nodig hebben, hoogstens als het twee weken achtereen bloedheet is.” Tesselaar heeft wel het verwarmingsnet moeten aanpassen om de laagwaardige warmte te kunnen gebruiken. En om donkere dagen te overbruggen is er een warmteopslagtank bijgebouwd van 1.200 m3. Omdat de warmte nu bijna gratis is hoopt de kweker ook een verbeteringsslag te maken bij de opkweek van plantmateriaal. Een deel van de planten komt namelijk uit eigen veredeling en vermeerdering. „Tot voor kort hielden we die afdeling uit de vorst, maar nu kunnen we hem op 8°C houden. Dat komt de kwaliteit ten goede.”
Bijna elke dag stomen
Op de schuur liggen 620 PV-panelen, die ongeveer de hoeveelheid stroom leveren die nodig is voor de warmtepomp. Alleen gebeurt dat op een ander moment dan de stroom wordt gebruikt. „In de winter kopen we dus wat meer elektra in, en in de zomer minder.” De elektriciteit voor belichting haalt Tesselaar vooral van het net. In de wintermaanden schakelt hij zijn WKK van 300 kW bij om de pieken af te vlakken. Door alle maatregelen daalt het gasverbruik naar schatting van 24 naar 12 kuub per m2. Helemaal fossielvrij zal Tesselaar voorlopig niet zijn, vanwege het stomen. „We stomen vrijwel elke dag een stukje, zodat we de CO2 van de ketel maximaal benutten”, zegt de teler.
Daarvoor heeft hij de kas in 180 stoomvakken verdeeld, die twee keer per jaar aan de beurt zijn. Toch zou Tesselaar nog meer CO2 kunnen gebruiken. „Een CO2-leiding in het gebied, waar Afvalenergiecentrale Alkmaar plannen voor heeft, zou zeker iets toevoegen. We stomen immers niet alle dagen.”
Licht en warmte apart
Het bedrijf heeft een halve ha met hybride belichting: 2.500 lux led en 5.000 lux Son-T. Binnenkort komt daar nog een halve ha bij met 5.000 lux aan leds, naast de Son-T. Tesselaar is tevreden over de leds. „Ze geven nauwelijks warmte af. Dat is gunstig, want in de winter heb ik al gauw te veel lampwarmte. Bij 10.000 lux moet het niet veel warmer zijn dan 12°C. Dan is het goed
dat ik licht en warmte apart kan regelen.” Maar als hij zo veel lampwarmte heeft, wat moet hij dan met een veld zonnepanelen? „We belichten 14 uur, dus dan hebben we nog 10 uur lang warmte nodig. Bovendien belicht ik niet aan het begin en het eind van de teelt.” De ledlampen hebben € 40 per m2 gekost, de EIA niet meegeteld. Per 1.000 lux leveren ze ongeveer een extra bosje freesia’s per m2 op. Stel dat een bosje €1,80 oplevert, en energie en arbeidskosten er nog af moeten, dan is de opbrengst €3 per m2. De terugverdientijd komt zo op 15 jaar. „Dat is best lang. Het moet dus vooral met een betere kwaliteit worden terugverdiend.”
Het zonthermische systeem van Freesia-teler Pip Tesselaar is met 9.300 m2 het grootste in zijn soort. De warmteopbrengst is vergelijkbaar met 500.000 kuub gas. Het is niet zijn eerste project in het kader van duurzaam telen. Om CO2-uitstoot te beperken nam de teler ook deel aan het project ‘Gesloten telen’. Van recente datum is de overstap naar led-verlichting en het plaatsen van 660 dakzonnepanelen.
Pip en Linda Tesselaar hebben een Freesia-kwekerij in het Altongebied Heerhugowaard. Aan de ene kant van de weg staan oude kasopstanden en een schuur. Hierin wordt nu vermeerderd en veredeld. Aan de andere kant
staat de bloemenkas van 38.000 m2, gebouwd in 2000 en in 2007. Freesia’s worden nog in de grond geteeld, een laagje ko-kos als bedekking. Een deel van de grond wordt op dit moment gestoomd. Dit ruikt vertrouwd, maar paars led-licht verraadt dat er meer aan de hand is.
Een rondgang over het bedrijf blijkt geen sinecure. Aan elk onderdeel kleeft een verhaal. We beginnen buiten bij het in het oog springende thermische veld en de installatie aldaar. Tesselaar benadrukt dat de door collectoren verzamelde warmte alleen dient om water op te warmen. Dit om verwar-ring met meer gangbare zonnepanelen te voorkomen. Die zijn er wel, want van hieruit is te zien dat alle daken zijn bedekt. “Van het een kwam het ander”, verklaart de teler. “Eenmaal in het schuitje, hebben we in 2007 660 panelen geplaatst.” Na nog een blik geworpen te hebben op de leeglooptank en de warmtewisselaar, gaan we terug naar de kantine voor het complete verhaal, dat vier jaar geleden begon. De aanzet was de SDE-subsidie op verduurzaming. Tesselaar: “Ik werd er door een vertegenwoordiger op gewezen. Een extra POP3-subsidie van Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord gaf me het laatste zetje.” Samen met collega’s Jeroen en Marco Mol uit Nibbixwoud heeft hij zich in de materie verdiept. De investering bij Tesselaar bedraagt 3 miljoen. Dit hoopt hij in acht jaar terug
te verdienen, waarna de subsidie nog doorloopt. “Mol is ook begonnen en breidt uit naar 15.000 m2. Dan is hij de grootste.”
G2ENERGIE EN WATERTERUGLOOPTANK
De eerste stap was de zoektocht naar een leverancier. Tesselaar: “In Denemarken warmen ze hele steden met zonnewarmte. Na-deel van deze systemen is dat ze werken met glycol in plaats van water. Hoewel de warmteafgifte van water beter is, kleeft hieraan het risico van bevriezing. Glycol was voor ons geen optie, vanwege de chemische stoffen en de lozing ervan.”
Tesselaar en Mol kwamen uit bij G2Energy, waar ze ervaring hebben met een waterterugloopsysteem. “Als de machine uitslaat, loopt het water uit de collectoren en leidingen weg. Hierdoor is bevriezing, maar ook koken, uitgesloten. Bovendien scheelt het elektriciteit, want de warmtepomp hoeft dan niet te draaien”, verklaart hij de keuze
BOVEN EN ONDERGRONDSE OPSLAG
e warmteopbrengst is vergelijkbaar met 500.000 kuub gas. Die warmte moet op de juiste momenten beschikbaar zijn, legt hij uit. Opbrengst en behoefte zijn volgens Tesselaar in voor- en najaar mooi in evenwicht. “Wat overdag wordt opgewekt, kunnen we ’s nachts gebruiken. Een extra bovengrondse waterbuffer van 1.200 kuub voldoet. Een paar dagen bewolking kan er ook mee worden opgevangen.” In de zomer echter wordt te veel warmte opgewekt en in de winter te weinig. Daarom is in de bodem op 105 meter diep rondom het bedrijf wateropslag gecreëerd. Tesselaar: “Ondergrondse opslag is een prachtige techniek. Je stopt er evenveel in als je eruit haalt en de bodem blijft in evenwicht.” Met 140 m3 per uur kan water worden in- en uitgepompt. De bedoeling is in de warme bron in de bodem een temperatuur van ongeveer 25 graden aan te houden en in de koude bron 8 graden. Via een warmtewisselaar wordt het verwarmingswater van de kas verwarmd of afgekoeld.
VERBETERING TEELTKLIMAAT
Een bijkomend voordeel is dat Tesselaar een extra stuurmiddel heeft om het kasklimaat te verbeteren. “Bij gevaar voor Botrytis zet ik nu vaker een buis in en daarom hoef
ik daar niet meer tegen te spuiten. Bij gas deed ik dat nooit. Ik durf ook iets ruimer te luchten om een goed klimaat te handhaven.” Dat leidt het gesprek naar CO2-uitstoot. Sinds 2007 is hij bezig met een gesloten kassysteem. Ook dit was een gesubsidieerd project. “Met vernevelaars houden we het vochtpeil op 70% en tegelijkertijd koelen we de lucht. Hierdoor hoeven we minder te luchten en houden we CO2 in de kas.”
Destijds was Tesselaar de eerste, nu heeft de helft van de bedrijven dit. De volgende stap in het kader van duurzaam telen is de vervanging van SON-T-lampen door led-licht (66 µmol/m2/s). Bij een oppervlakte van 12.000 m2 is dit nu geïnstalleerd. Led-lampen verbruiken minder energie en geven meer licht. Of SON-T helemaal vervangen kan worden, valt nog te bezien. “Door de combinatie hebben we een breder spectrum.”
Het bedrijf van Tesselaar Freesia in Heerhugowaard wordt volledig duurzaam verwarmd. Gas komt er niet meer aan te pas.
ONBETROUWBARE OVERHEID
Het ergert de teler dat hij na investeringen om van het gas af te kunnen, beboet wordt op energie. De ODE (opslag duurzame energie) belasting op elektriciteit voor grootgebruikers gaat per 1 januari 2020 van 0,7 cent naar 2,1 cent per kWh. Tesselaar vindt dit buiten proporties. Behalve dat het hem zo’n 50.000 tot 60.000 euro per jaar extra gaat kosten, heeft het ook invloed op het teeltplan. Tesselaar: “In de najaarsteelt belichten we voor wat extra snelheid, dat kan nu niet meer uit. Dat betekent dat de teelt wordt vertraagd en we van twee teelten per jaar, terug gaan naar 1,9. Hierdoor verschuift alles en wordt het teeltplan ingewikkelder.” De led-lampen blijven in het najaar wel branden.
Benieuwd naar wat er in de kas gebeurt, lopen we een rondje. “Jaarrond telen betekent ook jaarrond planten”, vertelt Tesselaar. ‘Elke week planten we een deel. Met twee teelten per jaar produceren we 15 miljoen stelen op 38.000 m2.’ De bloemen worden voor 50% afgezet door telersverenging Unicum, die al meer dan twintig jaar bestaat. Hier zijn twaalf Freesiatelers aangesloten.
Via Unicum gaan de haken vooral naar supermarkten, terwijl de meeste hoofdtakken via exporteurs en groothandelaren aan bloemenwinkels worden geleverd. De andere 50% komt voor de klok. De zwaarste hoofdtakken krijgen het predicaat UnicGold en gaan naar meer exclusieve winkels. Dit betreft 35% van de oogst. Tesselaar vertelt dat hij zijn aanbod afstemt met Mol. Zelf teelt hij vooral ‘Ambassador’ (wit), ‘Blue Moon’ (lila), ‘Monaco’ en ‘Honey Moon’ (zalm roze) en ‘Purple Rain’ (paars). “Dit is een wat slappe tijd”, verklaart Tesselaar de rust op het bedrijf. “Van januari tot maart is het vanwege de vele feestdagen meer de moeite waard om jaarrond te telen.”
VERMEERDERING EN VEREDELING
Aan de overkant van de weg staat op 10.000 m2 de vermeerderingskas. In de droogruimte staan de geoogste knollen met loof te rijpen. Na twee weken wordt het blad van de knol gescheiden. Het verdroogde blad wordt tot strobaal geperst. De knollen worden vier maanden bij 25°C bewaard om de wortekvorming te activeren. Tesselaar: “Als terug-planten niet meer interessant is, gaan de knollen weg in het droogverkoopkanaal voor tuingebruik.”
De teler legt uit dat vermeerdering vooral als doel heeft zelf ontwikkelde soorten groter te maken. Veredeling was geen bewuste keuze, maar kwam in 2011 op zijn pad. Tesselaar:
“We konden hele stampartijen overnemen en daar zat potentie in. Vervolgens heeft een werknemer die er aardigheid in had, zich erin gespecialiseerd.” Tesselaar kan zich met het eigen sortiment onderscheiden. Veredelingsdoelen zijn in eerste instantie het uiterlijk, liefst gevulde bloemen met dikke knoppen. Daarnaast zijn goede teelteigenschappen een vereiste, gelet op snelheid en resistenties. ‘San Remo’ is om die reden een goede vervanger voor ‘Ambassador’ en ‘Rosa-rio’ voor ‘Honey Moon’. Andere rassen van Tesselaar Freesia zijn ‘Fire Ball’, ‘Palermo’, ‘Yelena’ en ‘Serrada’
In het Noord-Hollandse glastuingebied Alton ligt het grootste zonthermieveld van Nederland. Bloemkwekerij Tesselaar Freesia in Heerhugowaard verwarmt de kassen (vijf hectare) met 9300 vierkante meter aan ’zonneboilers’ compleet gasloos.
„Het lijken zonnepanelen, maar ze zijn dikker, groter en er stroomt water doorheen”, vertelt eigenaar Pip Tesselaar (50). Het veld wekt jaarlijks 5.000 megawattuur warmte op, vergelijkbaar met het verbruik van 300 huishoudens. De fresiakweker bespaart op jaarbasis 400.000 kuub gas.
„In Denemarken, waar wij kennis hebben opgedaan, verwarmen ze met dit soort systemen ook dorpen en steden. Dat gebeurt met glycol, een chemische stof die niet bevriest. Wij werken met water, uit de kraan. Dat heeft een betere warmteafgifte. En als het ergens lekt, wordt de grond niet vervuild. Bij storing kan water worden weggepompt en loopt het systeem leeg. Dan kan het nergens gaan koken of bevriezen.”
De aanleg van het zonthermieveld heeft drie miljoen euro gekost. Vijf ton is provinciesubsidie, verkregen uit het Europese programma voor plattelandsontwikkeling. De investering is in tien jaar terugverdiend.
„Het was een kwestie van lange adem om dit van de grond te krijgen”, stelt Tesselaar, die nauw samenwerkt met collegakweker Mol Freesia (Nibbixwoud) en leverancier G2Energy uit Uddel, bij Apeldoorn. „In 2015 zijn wij (Tesselaar en Mol, red.) begonnen met onderzoek naar het verduurzamen van onze teelt. We kwamen bij G2Energy uit, van origine kalverhouders die zo melk warm hielden voor jongvee. Zij legden systemen aan op daken van schuren, tot 800 vierkante meter.”
Spannend
„De schaal is behoorlijk vergroot, zodat wij pioniers zijn geworden, een visitekaartje voor hun bedrijf. We vervullen nu een aanjagersrol: andere bedrijven kunnen komen kijken, zijn bij ons welkom voor kennisuitwisseling.”
Zonlicht geeft het water een hogere temperatuur, dat in ondergrondse tanks wordt opgeslagen en naar de kassen kan worden doorgepompt. Tesselaar geeft toe, het avontuur was een gok. Hij vond het best spannend, toen proef is gedraaid met een kwart van de zonneboilers.
Windhoos
„Dat werkte perfect. Aansluitend zijn we het veld verder gaan uitbreiden, we hebben het nu helemaal in de vingers. De teelt gaat goed. De zon is oneindig, de warmte voor niks. Wij hadden ook kunnen kiezen voor aansluiting op het HVC-warmtenet, zoals een paprika- en plantenkweker hier. We waren al in te ver stadium. Bovendien betaal je dan voor warmte en ben je evengoed afhankelijk van een leverancier.”
Omdat in de zomer de meeste warmte wordt opgewekt, terwijl die dan het minst nodig is, en in de winter andersom, wordt het warmteoverschot opgeslagen en aangesproken wanneer nodig. „Dit gebeurt op 105 meter diepte.”
De opening van het zonthermieveld is eerder uitgesteld. Een windhoos, die voor tonnen schade aanrichtte in de kassen van Tesselaar, gooide roet in het eten. „Ja, dat was een streep door de rekening. Alles is via de verzekering opgelost.’’
Tesselaar heeft nu het grootste zonthermieveld van Nederland, maar moet die eer spoedig afstaan aan collega Mol. In Nibbixwoud wordt volgend jaar een oppervlakte met 15.000 vierkante meter zonneboilers in gebruik genomen.
De Heerhugowaarder is niet blij met de energiebelasting die om-hoog gaat. „Ongelooflijk. De overheid wil dat we van het gas af gaan. Steek je je nek uit, moet je nog extra betalen. Ja, daar ben ik best ziek van. Het voelt bijna alsof je voor goed gedrag wordt gestraft.”
In Heerhugowaard bouwden G2 Energy het grootste zonthermische systeem van Nederland. Het systeem is een prachtig project van een kleine 10.000 m². Met dit systeem kunnen wijde warmte verzorgen voor onze mooie freesia’s. In de kas is namelijk veel warmte nodig. Met de zonnecollectoren hebben wij de hoogste opbrengst per m² en daarmee gaan wij als Tesselaar Freesia de duurzaamste freesia’s kweken.
Gisteren op de Keukenhof is de Jan Goemans Freesia Trophy 2019 toegekend aan Rosario. Deze trofee wordt sinds 1977 jaarlijks uitgereikt en is bestemd voor het meest veelbelovende nieuwe freesiaras.
Jaarlijks worden alle genomineerde rassen opgeplant op een praktijkbedrijf en beoordeeld door een comité van 7 freesia-experts. Naast deze opplanting worden de rassen ook tijdens de Open Dagen van de veredelingsbedrijven beoordeeld. Dit jaar kwam de Rosario in een competitie met andere rassen onbetwist als beste uit de bus.
Daarnaast hebben wij tijdens deze dag nog veel meer prijzen gewonnen voor onze andere soorten freesia’s.